De transformatie van de inhoud

De transformatie van de inhoud

Ik wil dolgraag een redactie-ergernis van mij afschrijven.

Ik loop door een tentoonstelling en zie twee gescheiden zaken: de vorm en de inhoud. De vorm is leuk, met wanden en displays en exhibits en interactieve spullen. Maar de vorm heeft niets met de inhoud te maken. De vormgevers hebben de content ‘in laten lopen’.

Je ziet aan de inhoud nog dat die stamt uit een document of een database. Je ziet ook dat de indeling stamt uit het systeem van de historici of onderzoekers.

Ik snap hier dus niks van, van het langs elkaar heen praten van makers en denkers.
Het enige dat ik weet, is dat dit in het maakproces enorme ellende oplevert. Het kost geld en inhoudsmensen zijn ontevreden. De lezer ervaart de tentoonstelling als los zand.

De oplossing is duidelijk: transformeer de inhoud tot een inhoud die geschikt is voor een tentoonstelling. De inhoud moet niet direct uit de pen van de experts komen, maar via de pen van een redacteur.

Maar het lukt me nog even niet om dat scherp op te schrijven.

Ik durf er niks over te claimen.
Maar ik weet het zeker:
dit kan beter.

Hoe bedwing je een berg informatie?

Hoe bedwing je een berg informatie?

Communicatiemensen willen de lezer raken, boeien en laten denken. Dat lukt alleen als ze de berg informatie die de experts aandragen, bedwingen. De diplomatieke, doortastende buitenstaander die ze daarvoor inhuren heeft 2 pijlen op zijn boog: ‘bij de vorm beginnen‘ en ‘het concept’.

Het concept: de rode draad waarnaar de inhoud zich voegt

Het gaat erom een verband te vinden tussen alle losse onderdelen. Die zijn vaak heel specifiek, ergens diep in de spelonken van een vakgebied. Het inhoudelijke concept dat je zoekt voor de tentoonstelling of boek, ligt een stuk dichter bij het publiek. Een goed concept verbindt het particuliere (het persoonlijke of vakspecifieke) met het algemene, dat herkenbaar is, en doorvertelbaar. Zo krijgt alles, ook het gekste deelonderwerp, zijn plek.

Voorbeeld: 28 onderwerpen van 8 aanbieders verenigen

Echt gebeurd. De 28 onderwerpen zijn uiteenlopende zaken die rond de Afsluitdijk plaatsvinden. Vismigratie, een experiment met getijde-energie, stormvloeden op het IJsselmeer, materialen om dijken mee te bekleden, het uitvinderswerk van ingenieur Lely.

Ramp – actie – rust

Wat zie je nou als je van een afstandje kijkt? Als je de 28 onderwerpen even op een hoop gooit? Door de eeuwen heen gebeurt er steeds hetzelfde: er doet zich een natuurramp voor (een overstroming, een storm), waarna slimme mensen er iets op bedenken (een dijk, een gemaal), waarna er een periode van rust volgt, inkeer zelfs (we verlagen de dijk, maken er een gat in voor de vissen). Tot zich weer een ramp aandient. Ramp – actie – rust. Zoiets.

Nieuwe verbanden

Het concept schept nieuwe verbanden in de tentoonstelling: alle waterwerken uit alle eeuwen komen bij elkaar, Lely en zijn voorgangers en opvolgsters, en alle dingen die we deden toen we de boel weer een beetje vertrouwden. In een zaal werkt het nog sterker: de bezoeker is vrij om rond te lopen, maar is er een intuïtieve looprichting ontstaan. Een as. De tentoonstelling begint met een knal (een filmzaal met een enorme storm), vervolgt met een intieme setting (het houten kantoortje van ingenieur Lely) en eindigt met een wijds panorama over de Waddenzee.

Belangrijk

Een concept is geen ijzeren wet, het is de aanzet waarmee alles op z’n plek valt. Het toont een route naar een werkbare oplossing. (Veel ontwerpers pimpen het concept tot het een enorm systeem is, met allerlei regels die je nooit mag breken. Zo scheppen ze een nieuwe berg, die weer bedwongen moet worden.)

Sunk cost

De opdrachtgever had allerlei betrokkenen al een film, een interactieve tafel of een leuk doe-object beloofd. En een schrijver had over alle 28 onderwerpen al een tentoonstellingstekst geschreven. Het werd een kwestie van sunk cost: we hebben al zoveel beloofd en gedaan, we gaan ermee door. Ik zeg maar niks meer.

Beginnen bij de gadgets – hoe hip ze ook zijn – is ondoordacht.
Ook de ruwe kopij van alle belanghebbenden leidend laten zijn is een garantie voor chaos.

In mijn ervaring dan hè?

Een leuk voorbeeld (van lang geleden)

Wetenschappers van het Huygens Instituut zijn bezig met digitale infrastructuur. Dat betekent dat ze allerlei documenten (oude handschriften, kaarten) zo ordenen en taggen, dat er een netwerk ontstaat van documenten en alle daaraan verbonden onderzoek.

Je begrijpt, als je hier iets visueels voor wilt maken, moet je weg uit de technische termen, en snel een beetje. Bezoekers van een symposium liepen langs torens van verbonden documenten, die ze na het symposium uit elkaar haalden en mee naar huis namen. De opdrachtgever was enorm tevreden.

 
 

Klik op de afbeelding om naar de video te gaan (deze opent in nieuw venster, en Vimeo wil een cookie plaatsen)

 
 

Nog een mooi voorbeeld

Troje, een bureau dat veranderingstrajecten begeleidt, schreef een boek, ‘werk in uitvoering’. Het gaat over de kracht van improviseren.
De vormgeving rust op een supersimpel concept: we improviseren alle beeld. Dat deed ik door een groep mensen uit te nodigen en ze allerlei dingen te laten doen. Spellen, verkleedpartijen en verven op grote stukken papier. De beelden in het boek zijn ontstaan via de methode die het boek propageert. Vorm en inhoud zijn één. Totaal ongelijksoortig beeld is bij elkaar gaan passen.

Kijk, dat bedoel ik nou.

tentoonstelling concept tentoonstelling concept

De ontwerper als activist?

De ontwerper als activist?

In het vormgeversmagazine Dude deed Jeroen Junte, design-journalist, een stevige uitspraak. Strekking: ontwerpers vinden zichzelf de aangewezen persoon om de Brexit, het klimaatprobleem en het vluchtelingenprobleem de wereld uit te helpen. Maar hun papieren plannen en TED-talk-poeha leveren vaak niet meer dan een lacherige reactie van het publiek op. De ontwerper kan beter de bescheiden rol van teamspeler innemen, naast wetenschappers bijvoorbeeld, vindt Jeroen. Dienend ontwerp.

Ik ben het roerend met hem eens.

Uit puur eigenbelang natuurlijk.

Bij de gratie van

Awards heb ik niet in de kast, en bij TEDx sta ik niet op het podium. Maar ’teamspeler zijn naast wetenschappers’, daar kan ik je wél meer over vertellen.

Een voorbeeld: het wereldprobleem AMR (antimicrobial resistance, antibioticaresistentie).
Jayasree Iyer, executive director van de Access to Medicine Foundation zette kraakhelder uiteen waarom het een probleem is, en wat we er aan moeten doen. Niet met gelikte ‘storytelling’, maar onderbouwd met jarenlang diepgravend onderzoek. Het resultaat daarvan hield ze omhoog: de Antimicrobial Resistance Benchmark 2018.

“Wow, what a report [the foundation] has made. Packed with info, but also aesthetically pleasing, it made me want to read the whole 184 pages in one go”.*

Voor deze vrouw-van-gewicht en haar organisatie goot ik de bevindingen, de grafieken, de tabellen en de vele voetnoten in een vorm. Samen met een communicatieafdeling waar je u tegen zegt, webbouwers en onderaannemers. Samen? Eerder nog ‘bij de gratie van’, want dienend ontwerp kan pas slagen als de schrijvers redigeren, de webjongens hun code zuiver houden en de onderzoekers hun data komen toelichten.**

Typografie, les 1

Betrouwbaarheid is het belangrijkste bezit wat Access to Medicine Foundation heeft. Het ordenen en opdienen van hun kennis, zó dat die toegankelijk is en de betrouwbaarheid vergroot wordt, is het doel. Ik heb de tijd genomen (en gekregen) om te laten zien wat typografie en strenge maatvoering daar aan bijdragen. Ze brengen leesbaarheid en orde. Van daaruit ontstaat een bepaalde esthetiek.
Ik zeg dingen als: “wanneer je wilt dat lezers zien wat er bij elkaar hoort, haal dan wit weg. Als je wilt dat ze twee zaken scheiden, voeg dan wit toe”. Typografie, les 1 paragraaf 1. Een dimensie weglaten uit een grafiek, ergens absolute getallen vervangen door percentages.

Effectief

Met tientallen van dit soort interventies bouw je samen aan iets dat op geen enkele manier lijkt op een briljante creatieve uitbarsting. Maar het doet wat design moet doen: effectief zijn. Het zorgt dat opinieleiders naar dit rapport grijpen als ze iets willen doen aan antibioticaresistentie.
Júist de best onderbouwde plannen, de meest wetenschappelijk solide ideeën hebben een goede vorm nodig.
Zonder vorm kan een idee niet reizen.
Ben je ontwerper en wil je de wereld verbeteren? Kijk waar jouw werk het meeste effect heeft.

———————————–

*een uitspraak van een opinieleider uit de AMR-hoek.
** Het hele team is ervan doordrongen dat goed ontwerp hun zaak goed zou doen. Dat is niet vanzelf zo gekomen natuurlijk. We werkten 9 jaar samen.

Dienend ontwerp

Allerkortse boodschap, visuele chic, met de Executive Director.

Kennis omvormen tot een tentoonstelling

Kennis omvormen tot een tentoonstelling

Wanneer je iets moet uitleggen, werken echte dingen beter dan tekst. Dinosaurussen bijvoorbeeld, je wilt zien hoe groot ze zijn. Een opengewerkt model van een gebouw oogt een stuk fijner dan een animatie. Een filmpje over landbouw in 1900, hang de zeis er maar naast. Misschien ruikt hij wel naar een poetsdoek met olie. Maar ontwerp je een tentoonstelling, dan vraagt dat wel wat van je content.

Communiceren met de burger

Bij overheidscommunicatie gaat het om burgers die in het gemeentehuis of op straat ‘tegen de informatie aan lopen’ als ze hun paspoort gaan vernieuwen. Dit soort bezoeker heeft wat beters te doen dan lezen. Wat een pech dat communicatie van overheden altijd een pagina als basisvorm heeft. En als je die pagina’s 3 meter hoog maakt en ze in een ruimte zet, dan zijn het nog steeds pagina’s. Ken je een beter argument om informatie te ontwijken dan een lap tekst in een openbare ruimte?

“Getver, ik moet lezen.”

En mijn hemel, wat is die bezoeker wispelturig en snel afgeleid! Alles is belangrijker, de telefoon, andere mensen, het nummertje dat je trekt.

Die bezoekers moeten binnengehaald worden. Want u denkt wél dat hij of zij uw boodschap interessant zal vinden (of dat ook zo is, daar hebben we het later wel over).

Spelen met materiaal

Als het onderwerp ruimtelijk is, bijvoorbeeld een nieuwe stadswijk, een fabriek of een dijk, waarom dan niet ook de oplossing ruimtelijk maken? Hoe meer zintuigen hoe beter, lijkt het. Ruimtelijk is échter dan plat, ruw is échter dan glad. Groot is echter dan klein. Kleur, materiaal, licht, beweging, geluid. Er is een heel arsenaal aan middelen. Heb je eenmaal objecten, materialen, kleur en licht, dan kun je gaan spelen, en de bezoeker laten spelen.
Spelen is leuk.

De transformatie

Waar deskundigen en curatoren mee komen, dat zijn lappen tekst. Dat werkt niet. Maar welk deel van de inhoud is om te vormen naar een spel? Met welk beeld, vorm of kleur voelt de bezoeker de strekking van een boodschap? En welk informatie verwijs je naar het tweede plan omdat het te ingewikkeld of abstract is? Dat is een klus die een tentoonstellingsbouwer niet voor je kan doen. Daarvoor heb je een redacteur nodig, die ervaring heeft met tentoonstellingen.

Voorbeelden

Hieronder een paar voorbeelden van ruimtelijke ‘uitleg’ over stedelijke zaken. Deze projecten zijn natuurlijk met een heel team gemaakt, van schets tot bouw, onderhoud en het transport naar de volgende locatie. Bel je mij voor zoiets, dan doe ik de transformatie van de inhoud en neem ik een heel goede tentoonstellingsontwerper én een ervaren bouwer mee voor de uitvoering. Je denkt toch niet dat ik dit soort dingen alleen doe?

Volwassen mensen die spelen in een tentoonstelling. Kijk, dan staan ze open voor wat informatie.

kennis tentoonstelling redactie content

Abstracte begrippen uit de duurzaamheidshoek kun je met echte ‘dingen’ uitbeelden.

tentoonstelling ontwerp redactie content

Tentoonstelling over duurzame gemeentes. De vraag van het ministerie was ‘wij willen kaarten van Nederland, met de gemeentes uitgelicht. Mijn antwoord was een opstelling van iconen, gebouwd uit duurzame materialen, met daarin alle maatregelen verbeeld. De tentoonstelling is een leuk ontwerp, maar de redactie van de content is een essentiële stap vooraf.

 

tentoonstelling ontwerp redactie content

Een tentoonstelling over de Duurzame Stad van 2040, verbeeld als paviljoen, met een buitenkant van architectentekeningen en een binnenkant met 5 toekomstbeelden en een voice over.

 

tentoonstelling ontwerp content

Binnenin het paviljoen ben je in een besloten ruimte, samen met de toekomst. Atelier Rijksbouwmeester / Ministerie VROM.

 

Bij het paviljoen hoort een boek, waarin 5 interviews verweven zijn met 5 plannen van 5 architectenbureaus. Het tentoonstelling ontwerp volgt dus op een scherpe redactie van de content. De heavy inhoud is beschikbaar, maar niet in de tentoonstelling, die doet de grote lijn voor het brede publiek.

 

kennis tentoonstelling redactie content

Combineer een vervoermiddel met wat je wil gaan doen en zie je duurzame opties. (Milieueducatiecentrum Nieuwegein)

 

tentoonstelling ontwerp content

Alle begrippen vertaald naar tastbare objecten.

 

 

 

kennis tentoonstelling redactie content

Klimaat als Kans, vijf lessenaars over vijf onderwerpen, waar je ‘in kunt duiken’.

kennis tentoonstelling redactie content

Topwetenschapper legt minister uit hoe ruimte voor de rivier werkt.

 

 

 

Informatie met een vriendelijk gezicht

Informatie met een vriendelijk gezicht

Je kunt inkorten en schrappen tot iets heel compact is. Maar je kunt ook een boek maken dat zo charmant is dat de lezer er eens lekker voor gaat zitten. Dat mag best omvangrijk zijn, als de vormgeving maar helpt om het herkenbaar en hanteerbaar te houden.

Een voorbeeld: de vakman-liefhebber

Louis Kat is een bijzondere man. Een enorme specialist. Hij is zijn leven lang met 1 onderwerp bezig: wijn.
Hij reisde eindeloos vaak naar Frankrijk om wijn te zoeken. Dagenlang proeven en noteren om met de juiste wijn thuis te komen.

Wijnkoperij Okhuysen, het bedrijf dat hij heeft grootgemaakt, bestaat 150 jaar. Het verhaal van je bedrijf vertel je in een boek. Dat is de beste vorm. Nog steeds. Dat vult zich niet vanzelf, daar heb je een plan voor nodig.
(Of eigenlijk vult het zich wel vanzelf, met al die spullen uit het archief. Een typisch jubileumboek vertelt ‘alles’ en da’s alleen leuk voor vrienden en familie.)

Er is een besluit nodig. Een antwoord op de vraag ‘wat voor boek zou dit moeten zijn?’

Een besluit tegen de chaos

Aanwijzingen genoeg. Het bedrijf Okhuysen is gebouwd op de reizen van Monsieur Louis. Die verheffen we tot hoofdzaak. Reisverhalen zijn een duidelijk genre, reisgidsen een duidelijk vorm. Wijnstreken zijn een bekende structuur, en elke streek heeft een herkenbare problematiek voor de wijninkoper. Plan klaar. Het plan maakt een eind aan alle twijfel. Alle inhoud waarvan je dacht ‘moet dat er wel in?’ blijkt af te vallen, of er toch naadloos in te passen. Met het besluit is de indruk dat het allemaal heel veel is en alle kanten opgaat, verdwenen. Verruilt voor een prettige orde. En binnen de reisverhalen blijkt genoeg variatie te zijn om de lezer nooit te vervelen. En dan is er mijnheer Kat zelf. Hij zei ‘ik zie mijn lezers het boek ’s avonds even openslaan, in een fijne stoel, met een goed glas wijn’.

“Ik zie het als mijn tekst”

Mijnheer Kat is aan het schrijven geslagen. Vanuit zijn herinnering en vanuit oude notitieboekjes. Blijft een hels karwei. Redactie deden we samen, een intiem proces. Wat er op boeknivo gebeurde (een duidelijk besluit) herhaalt zich op dit lagere niveau: ‘waar gaat elk afzonderlijk verhaal over?’. Een onverwachte ontmoeting, een gelukje, een taai gevecht om de aandacht van die ene wijnboer? Heb je dat besloten, dan kun je schrappen, en aanscherpen. De schrijver was duidelijk over mijn redactiewerk: “Ik lees het ‘als mijn tekst’, maar heb tegelijk grote bewondering hoe jij deze inkort en overbodige informatie elders samenvat. Mijn complimenten!”

Om het boek naar het heden te halen, heb ik 25 wijndomeinen bezocht om er foto’s te maken van het landschap en de kelders. De foto’s en de hedendaagse kaartjes maken duidelijk: je kunt er gewoon heen over de Route du Soleil.

Op 1 punt heb ik me verslikt (dat doe ik voor jou beter!): de tekstcorrectie van de honderden prachtige Franse en Spaanse plaats- persoons- en wijn-namen, daar had ik niet van terug. Gelukkig kon team Okhuysen tijd vrijmaken. Gered!

Het belangrijkste voor experts en boekvormgevers?

Rustig, langdurig dicht bij je onderwerp zijn. Samen.
Zo krijgt het boek een ziel.

boek vormgeving expert mooi

Monsieur Louis, een boek van een expert over het vinden van de beste wijn.

 

Voor de fotografie bezocht ik 25 wijndomeinen. Hier bij Guffens, waar traditie en roestvrijstaal samen gaan.

boek vormgeving expert mooi

Een register met 600 namen van wijnmakers, wijnen en akkers.

Schitterende wijngaarden in Bandol.

 

boek vormgeving expert mooi

Na een dubbele pagina met een foto van de streek opent elk hoofdstuk van het boek met een kaart (een expert vraagt een verfijnde vormgeving he?) en een inleiding.

 

.

.

boek vormgeving expert mooi

Kaartinzetjes, wanneer de bezochte wijngaard deel uitmaakte van een groot gebied.

 

boek vormgeving expert mooi

Allerlei opties voor de pagina’s passeerden de revue.

Dit was niet het laatste project waarbij ik vaak rond zonsopkomst al in het landschap was om het te fotograferen.

Aan het werk in Spanje, Rueda.

De ontwerper als activist?

Zo mobiliseer je medestanders

De wereld verbeteren. Hoe doe je dat, als wetenschapper? Je onderzoekt een probleem en ontdekt een oplossing. Je schrijft alles precies op in een rapport, met flinke tabellen en veel voetnoten. Dat geeft je voldoening en veel citations.

Maar geen publiek.

Communicatiemensen willen dus iets heel anders. Die zoeken lekkere koppen met goed beeld en korte tekst. Infographics die maar 1 ding tegelijk vertellen. Daarmee vul je een mailing, een homepage of een tweet, en zo bereik je medestanders.

Zorgvuldige wetenschappers botsen met communicatiemensen. Waar ik kom is altijd een van de twee groepen ongelukkig.

Wat als je alles nu eens als één geheel zou zien? Een eenheid, van ruwe data tot conclusie. Geen los rapport, en ook geen mailing, maar ‘een ding’ voor het effectief verspreiden van een idee, een onderbouwd idee, dat vooralsnog geen bepaalde vorm heeft. In ontwerperstaal heet dit ‘middelenvrij denken’.

Ik zie twee vragen, die je al zag aankomen:

1 Wat moeten we doen om jullie idee te verspreiden?
2 Wat moeten we vertellen om jullie gezag te vestigen?

Het antwoord op vraag 1 is ‘iets dat werkt’ (de lezer bereikt), het antwoord op vraag 2 is ‘iets dat klopt’ (de lezer overtuigt). Die twee zaken moeten bij elkaar komen. De gulden middenweg is natuurlijk ‘iets dat je makkelijk kunt versturen, dat afgeleid is van iets dat totaal klopt’. Je stuurt een mailing of een investors summary, je plaatst een artikel op LinkedIn, en je twittert de beste infographics. Altijd met een link naar het volledige rapport.

Onderzoek > rapport > infographics

Hoe gaat zoiets in z’n werk. Twee voorbeelden: de rapporten van Access to Medicine Index en die van Superlijst.

    0) Het onderzoek. Een flinke document dat niet wordt verstuurd, hooguit naar reviewers.
    1) De plank (ouwe drukkersterm voor ‘alle pagina’s op een rijtje’). Welke onderwerpen moeten in welke volgorde aan bod komen in een publieksrapport?
    2) Welke onderdelen ervan moeten los bruikbaar of verstuurbaar zijn?
    3) Welke bevindingen of insights rollen er uit het onderzoek?
    4) Hoe maak je de bevindingen geschikt voor 1 tweet, 1 powerpoint dia of 1 video?
    5) Zijn er bevindingen die je uitzendt bij specifieke gelegenheden?
    6) Binnen het rapport: welk onderscheid is er tussen ruwe data, gefilterde data, de interpretatie ervan en de opinie er over?
    7) Je tabellen en onderzoeksdata, hebben die een publieksvriendelijke versie? En is de webversie anders dan de printversie?

Dit lijkt al flink op een communicatiestrategie, of iets anders met -strategie erachter.

Kip of ei?

Je kunt met z’n allen heel lang sleutelen aan een strategie, en dan pas dingen gaan maken. Ik geef je op een briefje dat de gemaakte middelen ervoor zorgen dat je de strategie weer moet bijstellen. Als je bij mij aanklopt beginnen we gewoon met het maken van die spullen. Ongeveer gelijktijdig vormt zich de strategie, gewoon omdat alles wat je maakt, vragen oproept. Werkt dit? Voor wie is het precies? Wat staat er precies in?

Hetzelfde geldt voor tekstuele content: ga je dat eerst schrijven en dan pas de middelen maken, dan blijkt de al geschreven tekst niet te passen of niet te werken. Bij mij gaan schrijven en vormgeven gelijk op. Echt veel efficiënter.

Het belangrijkste?

Je kunt je werk in de lucht steken als je op het podium staat en iedereen toekijkt.

(Zie de foto in de header: Jayashree Iyer met de Antimicrobial Resistance Benchmark 2018 tijdens het World Economic Forum in Davos)

 

 

 

Stichting Questionmark verzamelt data over supermarkten. Wat doen die om naar een duurzaam voedselsysteem te komen? Weinig, zo blijkt, maar wel íets. En het zal je verrassen welke supermarkten er het meeste aan doen. (www.thequestionmark.org)

 

De rapporten van Superlijst trappen af met 1 spread met een samenvatting en die ene centrale infographic. Daarna komt de rest.

Elk deelonderwerp heeft een eigen hoofdstuk dat ook weer met een samenvatting en een figuur begint. Al deze onderdelen zijn ook los beschikbaar als social media spul.

 

Voor Access to Medicine Foundation (die meten wat Big Pharma doet voor toegang tot medicijnen in arme landen) maakte ik tussen 2012 en 2022 een enorme stapel rapporten, slides en spul voor de media.

onderzoek rapport infographics

Ook bij de Access to Medicine Index start het rapport met een Executive Summary, waar alles in staat + 1 centrale figuur: De Index.

 

Had ik gezegd dat alles kort moest? Nou, dit is kort, maar dan voor investeerders en beslissers. Als er minder in staat dan dit, lezen ze niet, want ongeloofwaardig. Van deze typische pagina, de ‘report card’ hebben we door de jaren heen steeds verfijndere versies gebouwd. Uiteraard staan deze gegevens ook op web, maar daar past niet veel op 1 scherm. Op web kun je de gegevens wel vergelijken en filteren per bedrijf en per onderdeel.

onderzoek rapport infographics

Radiale diagrammen in Antimicrobial Resistance Benchmark 2018. Exotisch hoor.

Allerkortse boodschap, visuele chic, met de Executive Director.

Waar gebeurd: ‘Klaas, kun jij deze pagina eerst ontwerpen, zodat we kunnen schrijven?’. Kijk, dat is verstandig. Eerst schrijven levert dingen op die niet passen, eerst ontwerpen geeft de schrijvers informatie over elke plek op de pagina: de lengte van de inleiding, de maat van de bijschriften bij de figuur.
Best vol, maar lekker vol, veel info.

 

onderzoek rapport infographics

Voor investeerders is er een aparte versie: dun, maar toch met alles wat een investeerder wil weten. (De investeerders die in de Access to Medicine Index kijken, vertegenwoordigen 18 triljoen dollar aan vermogen)

 

Beeld voor de header van de nieuwsbrief.

onderzoek rapport infographics

In elk rapport zitten tussen de 50 en 300 figuren, die als selectie, met op maat gemaakte tekst, klaargezet kunnen worden voor web en socials.

Kaarten heb je ook altijd nodig: waar is het, hoeveel landen?

Rapporten over deelonderwerpen hebben andere omslagen en een afwijkende opzet. Het rapport rechts lijkt nog het meest op een wetenschappelijk artikel, dat op de cover meteen met de deur in huis valt.

onderzoek rapport infographics

Compacte informatie kan een superhoge dichtheid krijgen. Het oogt als ‘wow, zij weten veel’, maar ook als ‘jeetje, moet ik dit allemaal lezen?’. Hangt van de lezersgroep af of dit goed werkt.

onderzoek rapport infographics

Misschien is dit wel het fijnst: 1 constatering, uitgelegd en vergezeld van een figuur. Meer weten? Lees verder op de website of in het rapport.