by Klaas | 13 jun, 2023 | Visuele verhalen voor bezoekers
Ik heb het wel slim bekeken, vind ik. De wetenschap is een geweldenaar die intimiderende teksten en tabellen in het rond slingert. Maar net de twee vakgebieden waar ik van hou, – ecologie en geologie – halen hun kennis uit een werkelijkheid die je gewoon kunt aanwijzen. Als je wetenschap toegankelijk wil maken is dat een flinke meevaller.
De grond onder onze voeten is er in miljoenen jaren neergelegd. Da’s heel behapbaar. En ecologie: wie heeft nou niet het gevoel dat alle planten en dieren met elkaar verbonden zijn in een systeem? Wat is er nou prettiger dan het product van geologie en ecologie – het landschap – te bezoeken?Toch kan ik me het hoofd breken over het behoud van bijzondere en kwetsbare geologie, ecologie of erfgoed. Want hoe kan het dat de fietsers er voorbij rijden, de scholieren het saai vinden en de kiezers het over het hoofd zien?
Kennelijk is het niet zichtbaar genoeg. De taal en het beeld dat de vakmensen gebruiken komen buiten het vakgebied niet ver.
Wat heb je nodig om de geologie of ecologie te kunnen zien?
Niets meer dan een paar aanwijzingen. Een scheutje kennis. Liefst ter plekke toegediend door een menselijke gids.
“Zie je dat de kwelder hoger ligt dan de polder achter de dijk?”
“Zie je dat er geen grutto’s zijn in de buurt van bomen?”
Ja, dat zien ze wel. Mooi. Precies nu moet je komen met een verklaring voor dat hoogteverschil of dat vogelgedrag. En wel in termen die jouw publiek begrijpt. Kón je er als geoloog maar naast gaan staan.
Versimpelen, maar niet te ver
De één na beste manier om een gebied te zien is via een gids van papier of digitaal, met foto’s, illustraties, kaartjes en tekst. Een atlas, een app, een reisgids. (Of dat ding van papier is of digitaal maakt niet zoveel uit, lijkt me. Maar iets dat je zo weer wegklikt, is een boodschap die je zo weer vergeet.)
Hoe dan ook, digitaal of analoog, je wilt de wetenschappelijke kennis ontsluiten op een makkelijke, visuele manier. Je wilt versimpelen, maar niet te ver. De werkelijkheid is complex en de lezer heeft dan misschien weinig tijd, hij of zij wil die tijd zéker niet verspillen aan informatie of verhalen waar ze niks van opsteken.
Zo wordt het toch nog best een werk, dat ‘wetenschap toegankelijk maken’ van mij. Goed dat de beloning zo groot is: als je geologie of ecologie eenmaal gezien hebt, blijf je het overal zien.
Da’s rijkdom.
Geologie op een feestje
Lollige anekdote: één van de professoren die aan de Canon van het Nederlandse landschap meewerkte gaf me een geweldige reden om mijn werk te doen. Hij zei “dank voor je werk, nu kan ik op een feestje wel gewoon uitleggen wat ik doe”. Dat geeft ook even aan dat wetenschappers ook zelf een korte versie van hun werk heel handig vinden.

Atlas van Nederland in het Holoceen, blokdiagrammen van vlechtende, meanderende en anastosomerende rivier.

Blokdiagrammen en kaartjes kunnen er heel vriendelijk uitzien. Hoe simpel mag het visualiseren van wetenschap zijn? Wanneer ga je van toegankelijkheid naar ’te weinig vertellen’?

Canon van het Nederlandse Landschap, een vouwvel van 16 vlakken, gemaakt met 20 professoren en specialisten, die er elk wel een boek over konden schrijven.

De inhoud is strak aangesnoerd: elk vlak van het vouwvel heeft een inleiding, een beschrijving van een fenomeen, en een aantal locatieteksten van waar dat fenomeen zich voordoet. De blokdiagrammen visualiseren het verschijnsel.

Deze ‘folder’ vind ik nog steeds een goed voorbeeld van hoe informatie uit pure tekst overgeheveld kan worden naar foto, kaart, illustratie en tijdlijn.

Er is een apart gedeelte voor menselijke toevoegingen aan het landschap, bovenop zand, klei en veen.

‘Het ontstaan van Zeeland’ laat je vanuit het verleden naar het heden bladeren, waarbij je goed ziet hoe Zeeland droogvalt, weer overspoelt wordt en uiteindelijk langzaamaan bedijkt wordt.

Online zou je dit met een slider doen, zoals topotijdreis.nl, maar met de hand bladeren geeft je natuurlijk een fijn object.

Er bestaat ook nog zoiets als wetenschappelijke posters, voor op congressen. Voor een paar geomorfologen maakte ik er een dozijn, waarbij het visuele voorrang krijgt. Het landschap zelf is tenslotte visueel.

Het kan ook een stuk abstracter: de haven van Rotterdam (gekanteld), uit het project ‘Klimaat als Kans’. De zeespiegel stijgt en Nederland moet daarop ingericht worden. Blauwe arcering = waterberging.
by Klaas | 13 jun, 2023 | XXL-informatie
De wereld verbeteren. Hoe doe je dat, als wetenschapper? Je onderzoekt een probleem en ontdekt een oplossing. Je schrijft alles precies op in een rapport, met flinke tabellen en veel voetnoten. Dat geeft je voldoening en veel
citations.
Maar geen publiek.
Communicatiemensen willen dus iets heel anders. Die zoeken lekkere koppen met goed beeld en korte tekst. Infographics die maar 1 ding tegelijk vertellen. Daarmee vul je een mailing, een homepage of een tweet, en zo bereik je medestanders.
Zorgvuldige wetenschappers botsen met communicatiemensen. Waar ik kom is altijd een van de twee groepen ongelukkig.
Wat als je alles nu eens als één geheel zou zien? Een eenheid, van ruwe data tot conclusie. Geen los rapport, en ook geen mailing, maar ‘een ding’ voor het effectief verspreiden van een idee, een onderbouwd idee, dat vooralsnog geen bepaalde vorm heeft. In ontwerperstaal heet dit ‘middelenvrij denken’.
Ik zie twee vragen, die je al zag aankomen:
1 Wat moeten we doen om jullie idee te verspreiden?
2 Wat moeten we vertellen om jullie gezag te vestigen?
Het antwoord op vraag 1 is ‘iets dat werkt’ (de lezer bereikt), het antwoord op vraag 2 is ‘iets dat klopt’ (de lezer overtuigt). Die twee zaken moeten bij elkaar komen. De gulden middenweg is natuurlijk ‘iets dat je makkelijk kunt versturen, dat afgeleid is van iets dat totaal klopt’. Je stuurt een mailing of een investors summary, je plaatst een artikel op LinkedIn, en je twittert de beste infographics. Altijd met een link naar het volledige rapport.
Onderzoek > rapport > infographics
Hoe gaat zoiets in z’n werk. Twee voorbeelden: de rapporten van Access to Medicine Index en die van Superlijst.
0) Het onderzoek. Een flinke document dat niet wordt verstuurd, hooguit naar reviewers.
1) De plank (ouwe drukkersterm voor ‘alle pagina’s op een rijtje’). Welke onderwerpen moeten in welke volgorde aan bod komen in een publieksrapport?
2) Welke onderdelen ervan moeten los bruikbaar of verstuurbaar zijn?
3) Welke bevindingen of insights rollen er uit het onderzoek?
4) Hoe maak je de bevindingen geschikt voor 1 tweet, 1 powerpoint dia of 1 video?
5) Zijn er bevindingen die je uitzendt bij specifieke gelegenheden?
6) Binnen het rapport: welk onderscheid is er tussen ruwe data, gefilterde data, de interpretatie ervan en de opinie er over?
7) Je tabellen en onderzoeksdata, hebben die een publieksvriendelijke versie? En is de webversie anders dan de printversie?
Dit lijkt al flink op een communicatiestrategie, of iets anders met -strategie erachter.
Kip of ei?
Je kunt met z’n allen heel lang sleutelen aan een strategie, en dan pas dingen gaan maken. Ik geef je op een briefje dat de gemaakte middelen ervoor zorgen dat je de strategie weer moet bijstellen. Als je bij mij aanklopt beginnen we gewoon met het maken van die spullen. Ongeveer gelijktijdig vormt zich de strategie, gewoon omdat alles wat je maakt, vragen oproept. Werkt dit? Voor wie is het precies? Wat staat er precies in?
Hetzelfde geldt voor tekstuele content: ga je dat eerst schrijven en dan pas de middelen maken, dan blijkt de al geschreven tekst niet te passen of niet te werken. Bij mij gaan schrijven en vormgeven gelijk op. Echt veel efficiënter.
Het belangrijkste?
Je kunt je werk in de lucht steken als je op het podium staat en iedereen toekijkt.
(Zie de foto in de header: Jayashree Iyer met de Antimicrobial Resistance Benchmark 2018 tijdens het World Economic Forum in Davos)

Stichting Questionmark verzamelt data over supermarkten. Wat doen die om naar een duurzaam voedselsysteem te komen? Weinig, zo blijkt, maar wel íets. En het zal je verrassen welke supermarkten er het meeste aan doen. (www.thequestionmark.org)

De rapporten van Superlijst trappen af met 1 spread met een samenvatting en die ene centrale infographic. Daarna komt de rest.

Elk deelonderwerp heeft een eigen hoofdstuk dat ook weer met een samenvatting en een figuur begint. Al deze onderdelen zijn ook los beschikbaar als social media spul.

Voor Access to Medicine Foundation (die meten wat Big Pharma doet voor toegang tot medicijnen in arme landen) maakte ik tussen 2012 en 2022 een enorme stapel rapporten, slides en spul voor de media.

Ook bij de Access to Medicine Index start het rapport met een Executive Summary, waar alles in staat + 1 centrale figuur: De Index.

Had ik gezegd dat alles kort moest? Nou, dit is kort, maar dan voor investeerders en beslissers. Als er minder in staat dan dit, lezen ze niet, want ongeloofwaardig. Van deze typische pagina, de ‘report card’ hebben we door de jaren heen steeds verfijndere versies gebouwd. Uiteraard staan deze gegevens ook op web, maar daar past niet veel op 1 scherm. Op web kun je de gegevens wel vergelijken en filteren per bedrijf en per onderdeel.

Radiale diagrammen in Antimicrobial Resistance Benchmark 2018. Exotisch hoor.

Allerkortse boodschap, visuele chic, met de Executive Director.

Waar gebeurd: ‘Klaas, kun jij deze pagina eerst ontwerpen, zodat we kunnen schrijven?’. Kijk, dat is verstandig. Eerst schrijven levert dingen op die niet passen, eerst ontwerpen geeft de schrijvers informatie over elke plek op de pagina: de lengte van de inleiding, de maat van de bijschriften bij de figuur.
Best vol, maar lekker vol, veel info.

Voor investeerders is er een aparte versie: dun, maar toch met alles wat een investeerder wil weten. (De investeerders die in de Access to Medicine Index kijken, vertegenwoordigen 18 triljoen dollar aan vermogen)

Beeld voor de header van de nieuwsbrief.

In elk rapport zitten tussen de 50 en 300 figuren, die als selectie, met op maat gemaakte tekst, klaargezet kunnen worden voor web en socials.

Kaarten heb je ook altijd nodig: waar is het, hoeveel landen?

Rapporten over deelonderwerpen hebben andere omslagen en een afwijkende opzet. Het rapport rechts lijkt nog het meest op een wetenschappelijk artikel, dat op de cover meteen met de deur in huis valt.

Compacte informatie kan een superhoge dichtheid krijgen. Het oogt als ‘wow, zij weten veel’, maar ook als ‘jeetje, moet ik dit allemaal lezen?’. Hangt van de lezersgroep af of dit goed werkt.

Misschien is dit wel het fijnst: 1 constatering, uitgelegd en vergezeld van een figuur. Meer weten? Lees verder op de website of in het rapport.