De transformatie van de inhoud

De transformatie van de inhoud

Ik wil dolgraag een redactie-ergernis van mij afschrijven.

Ik loop door een tentoonstelling en zie twee gescheiden zaken: de vorm en de inhoud. De vorm is leuk, met wanden en displays en exhibits en interactieve spullen. Maar de vorm heeft niets met de inhoud te maken. De vormgevers hebben de content ‘in laten lopen’.

Je ziet aan de inhoud nog dat die stamt uit een document of een database. Je ziet ook dat de indeling stamt uit het systeem van de historici of onderzoekers.

Ik snap hier dus niks van, van het langs elkaar heen praten van makers en denkers.
Het enige dat ik weet, is dat dit in het maakproces enorme ellende oplevert. Het kost geld en inhoudsmensen zijn ontevreden. De lezer ervaart de tentoonstelling als los zand.

De oplossing is duidelijk: transformeer de inhoud tot een inhoud die geschikt is voor een tentoonstelling. De inhoud moet niet direct uit de pen van de experts komen, maar via de pen van een redacteur.

Maar het lukt me nog even niet om dat scherp op te schrijven.

Ik durf er niks over te claimen.
Maar ik weet het zeker:
dit kan beter.

Hoe bedwing je een berg informatie?

Hoe bedwing je een berg informatie?

Communicatiemensen willen de lezer raken, boeien en laten denken. Dat lukt alleen als ze de berg informatie die de experts aandragen, bedwingen. De diplomatieke, doortastende buitenstaander die ze daarvoor inhuren heeft 2 pijlen op zijn boog: ‘bij de vorm beginnen‘ en ‘het concept’.

Het concept: de rode draad waarnaar de inhoud zich voegt

Het gaat erom een verband te vinden tussen alle losse onderdelen. Die zijn vaak heel specifiek, ergens diep in de spelonken van een vakgebied. Het inhoudelijke concept dat je zoekt voor de tentoonstelling of boek, ligt een stuk dichter bij het publiek. Een goed concept verbindt het particuliere (het persoonlijke of vakspecifieke) met het algemene, dat herkenbaar is, en doorvertelbaar. Zo krijgt alles, ook het gekste deelonderwerp, zijn plek.

Voorbeeld: 28 onderwerpen van 8 aanbieders verenigen

Echt gebeurd. De 28 onderwerpen zijn uiteenlopende zaken die rond de Afsluitdijk plaatsvinden. Vismigratie, een experiment met getijde-energie, stormvloeden op het IJsselmeer, materialen om dijken mee te bekleden, het uitvinderswerk van ingenieur Lely.

Ramp – actie – rust

Wat zie je nou als je van een afstandje kijkt? Als je de 28 onderwerpen even op een hoop gooit? Door de eeuwen heen gebeurt er steeds hetzelfde: er doet zich een natuurramp voor (een overstroming, een storm), waarna slimme mensen er iets op bedenken (een dijk, een gemaal), waarna er een periode van rust volgt, inkeer zelfs (we verlagen de dijk, maken er een gat in voor de vissen). Tot zich weer een ramp aandient. Ramp – actie – rust. Zoiets.

Nieuwe verbanden

Het concept schept nieuwe verbanden in de tentoonstelling: alle waterwerken uit alle eeuwen komen bij elkaar, Lely en zijn voorgangers en opvolgsters, en alle dingen die we deden toen we de boel weer een beetje vertrouwden. In een zaal werkt het nog sterker: de bezoeker is vrij om rond te lopen, maar is er een intuïtieve looprichting ontstaan. Een as. De tentoonstelling begint met een knal (een filmzaal met een enorme storm), vervolgt met een intieme setting (het houten kantoortje van ingenieur Lely) en eindigt met een wijds panorama over de Waddenzee.

Belangrijk

Een concept is geen ijzeren wet, het is de aanzet waarmee alles op z’n plek valt. Het toont een route naar een werkbare oplossing. (Veel ontwerpers pimpen het concept tot het een enorm systeem is, met allerlei regels die je nooit mag breken. Zo scheppen ze een nieuwe berg, die weer bedwongen moet worden.)

Sunk cost

De opdrachtgever had allerlei betrokkenen al een film, een interactieve tafel of een leuk doe-object beloofd. En een schrijver had over alle 28 onderwerpen al een tentoonstellingstekst geschreven. Het werd een kwestie van sunk cost: we hebben al zoveel beloofd en gedaan, we gaan ermee door. Ik zeg maar niks meer.

Beginnen bij de gadgets – hoe hip ze ook zijn – is ondoordacht.
Ook de ruwe kopij van alle belanghebbenden leidend laten zijn is een garantie voor chaos.

In mijn ervaring dan hè?

Een leuk voorbeeld (van lang geleden)

Wetenschappers van het Huygens Instituut zijn bezig met digitale infrastructuur. Dat betekent dat ze allerlei documenten (oude handschriften, kaarten) zo ordenen en taggen, dat er een netwerk ontstaat van documenten en alle daaraan verbonden onderzoek.

Je begrijpt, als je hier iets visueels voor wilt maken, moet je weg uit de technische termen, en snel een beetje. Bezoekers van een symposium liepen langs torens van verbonden documenten, die ze na het symposium uit elkaar haalden en mee naar huis namen. De opdrachtgever was enorm tevreden.

 
 

Klik op de afbeelding om naar de video te gaan (deze opent in nieuw venster, en Vimeo wil een cookie plaatsen)

 
 

Nog een mooi voorbeeld

Troje, een bureau dat veranderingstrajecten begeleidt, schreef een boek, ‘werk in uitvoering’. Het gaat over de kracht van improviseren.
De vormgeving rust op een supersimpel concept: we improviseren alle beeld. Dat deed ik door een groep mensen uit te nodigen en ze allerlei dingen te laten doen. Spellen, verkleedpartijen en verven op grote stukken papier. De beelden in het boek zijn ontstaan via de methode die het boek propageert. Vorm en inhoud zijn één. Totaal ongelijksoortig beeld is bij elkaar gaan passen.

Kijk, dat bedoel ik nou.

tentoonstelling concept tentoonstelling concept

De ontwerper als activist?

De ontwerper als activist?

In het vormgeversmagazine Dude deed Jeroen Junte, design-journalist, een stevige uitspraak. Strekking: ontwerpers vinden zichzelf de aangewezen persoon om de Brexit, het klimaatprobleem en het vluchtelingenprobleem de wereld uit te helpen. Maar hun papieren plannen en TED-talk-poeha leveren vaak niet meer dan een lacherige reactie van het publiek op. De ontwerper kan beter de bescheiden rol van teamspeler innemen, naast wetenschappers bijvoorbeeld, vindt Jeroen. Dienend ontwerp.

Ik ben het roerend met hem eens.

Uit puur eigenbelang natuurlijk.

Bij de gratie van

Awards heb ik niet in de kast, en bij TEDx sta ik niet op het podium. Maar ’teamspeler zijn naast wetenschappers’, daar kan ik je wél meer over vertellen.

Een voorbeeld: het wereldprobleem AMR (antimicrobial resistance, antibioticaresistentie).
Jayasree Iyer, executive director van de Access to Medicine Foundation zette kraakhelder uiteen waarom het een probleem is, en wat we er aan moeten doen. Niet met gelikte ‘storytelling’, maar onderbouwd met jarenlang diepgravend onderzoek. Het resultaat daarvan hield ze omhoog: de Antimicrobial Resistance Benchmark 2018.

“Wow, what a report [the foundation] has made. Packed with info, but also aesthetically pleasing, it made me want to read the whole 184 pages in one go”.*

Voor deze vrouw-van-gewicht en haar organisatie goot ik de bevindingen, de grafieken, de tabellen en de vele voetnoten in een vorm. Samen met een communicatieafdeling waar je u tegen zegt, webbouwers en onderaannemers. Samen? Eerder nog ‘bij de gratie van’, want dienend ontwerp kan pas slagen als de schrijvers redigeren, de webjongens hun code zuiver houden en de onderzoekers hun data komen toelichten.**

Typografie, les 1

Betrouwbaarheid is het belangrijkste bezit wat Access to Medicine Foundation heeft. Het ordenen en opdienen van hun kennis, zó dat die toegankelijk is en de betrouwbaarheid vergroot wordt, is het doel. Ik heb de tijd genomen (en gekregen) om te laten zien wat typografie en strenge maatvoering daar aan bijdragen. Ze brengen leesbaarheid en orde. Van daaruit ontstaat een bepaalde esthetiek.
Ik zeg dingen als: “wanneer je wilt dat lezers zien wat er bij elkaar hoort, haal dan wit weg. Als je wilt dat ze twee zaken scheiden, voeg dan wit toe”. Typografie, les 1 paragraaf 1. Een dimensie weglaten uit een grafiek, ergens absolute getallen vervangen door percentages.

Effectief

Met tientallen van dit soort interventies bouw je samen aan iets dat op geen enkele manier lijkt op een briljante creatieve uitbarsting. Maar het doet wat design moet doen: effectief zijn. Het zorgt dat opinieleiders naar dit rapport grijpen als ze iets willen doen aan antibioticaresistentie.
Júist de best onderbouwde plannen, de meest wetenschappelijk solide ideeën hebben een goede vorm nodig.
Zonder vorm kan een idee niet reizen.
Ben je ontwerper en wil je de wereld verbeteren? Kijk waar jouw werk het meeste effect heeft.

———————————–

*een uitspraak van een opinieleider uit de AMR-hoek.
** Het hele team is ervan doordrongen dat goed ontwerp hun zaak goed zou doen. Dat is niet vanzelf zo gekomen natuurlijk. We werkten 9 jaar samen.

Dienend ontwerp

Allerkortse boodschap, visuele chic, met de Executive Director.